Waar gemeenten ons (en u!) op mogen afrekenen

ine

Met de gemeenten in ons werkgebied maken we jaarlijks zogenaamde ‘prestatieafspraken’. Daarin leggen we vast waar de gemeente ons dat jaar op mag afrekenen: hoeveel huizen we bouwen, hoeveel mensen uit een bepaalde doelgroep we huisvesten, en ga zo maar door.

Ger Peeters

Natuurlijk overlegden we over die afspraken altijd al met de huurders. Sinds de invoering van de nieuwe Woningwet in 2015 hebben huurdersvertegenwoordigingen ook officieel een aandeel gekregen in de prestatieafspraken: ze overleggen als derde partner mee en ze zetten vervolgens ook hun handtekening onder het document.

Dat is een goede, maar ook spannende ontwikkeling. Goed, omdat huurders nu direct met de gemeente kunnen praten over hun woonomgeving. Als bewoners hebben zij heel veel lokale kennis. Dat is een verrijking van de gesprekken. Maar ook spannend, want het is een grote verantwoordelijkheid. Voor gemeenten en woningcorporaties is dit hun dagelijks werk, terwijl huurders het ‘erbij’ doen. Ze moeten heel veel kennis in huis hebben om het maximale uit deze overleggen te halen. Als ik kijk naar de eerste prestatieafspraken ‘nieuwe stijl’, dan heb ik er vertrouwen in dat het goed komt.      

Dit is extra belangrijk omdat de prestatieafspraken niet alleen maar draaien om het bouwen van huizen. We hebben het ook over zaken als duurzaamheid, leefbaarheid en zorg. Met elkaar proberen we de beste mix te vinden van mensen, huizen en voorzieningen. Zodat een buurt een prettige woonplek blijft. De stem van de bewoners is daarin onmisbaar. Als we ieders wensen goed afwegen, levert dat de mooiste projecten op. Zoals bijvoorbeeld ’t Bakenshof in Horst. Een plek waar iedereen, van starter tot senior, een thuis vindt. En dat is precies waar het ons om te doen is.

Ger Peeters
Bestuurder Wonen Limburg

 

Uitgelicht

Zoeken